Rowans en sherpa's opgelet:

Voor de volgende wave hadden wij een idee voor het programma van de vrijdagavond. Daarvoor hadden wij gedacht de sterkste explorerverkiezing te houden. Post op het speciaal hiervoor ingerichte forum zoveel mogelijk ideeën. Noem direct de uitleg en de benodigdheden. De hieronder genoemde spelletjes zijn er niet allemaal geschikt voor, maar naar gelang er meer ideeën binnen komen werken we aan op een standaard draaiboek waar de spelletjes uit gekozen kunnen worden. Voor de wave hebben we voor een programma van 2 uur, 30 spelletjes nodig.

We hebben een try-out gehouden tijdens het vader-kind weekend. Het concept werkt goed, zodat ons evaluatie-formuliertje alleen is gevuld met fine-tuning-puntjes.

In de zomervakantie wordt het draaiboek in elkaar gezet. Ondertussen zijn wij naarstig op zoek naar nieuwe ideeën.

Meld je aan voor onze groepsdiscussie en als je lief bent geweest en bovendien lid van onze groep wordt je toegelaten.

(Ben je geen lid, maar wil je toch bijdragen, dan is ons gastenboek een geschikte plaats. Als je bijdrage daarna uit het gastenboek is verwijderd, is je bijdrage beoordeeld en al dan niet geplaatst.)

Dit is een soort highlandgame achtige wedstrijd waar ongeveer 60 kleine krachtmetingen worden gedaan. Deze wedstrijdjes moeten vooral kort duren, maar mogen overal en nergens over gaan. Je kunt gaan boomstamsmijten, maar ook een a4-tje gooien of een ganzeveer gooien. Daarbij komt kracht, behendigheid of juist intelligentie kijken. Dit stukje moet een verzamelpunt worden voor deze spelletjes.

P.S. Met opmerkingen als "iets met houthakken ofzow" kan ik eigenlijk niks.

Voorbeelden:

  1. A4-werpen. Je moet een A4-tje zo ver mogelijk gooien. Je mag het vouwen in elke gewenste vorm. Benodigdheden: A4-tjes, meetlint.
  2. Ganzeveerwerpen. Je moet een ganzeveer zo ver mogelijk gooien. Hou daarbij rekening met de vorm. Benodigdheden: ganzeveren, meetlint.
  3. Hamertje-tik. Je moet een spijker in een blok slaan met zo weinig mogelijk slagen. De kop van de hamer is hol. Benodigdheden: een blok hout, spijkers, een hamer met een holle kop.
  4. Plakjes zagen. Je moet een plakje hout van een paaltje zagen in zo kort mogelijke tijd. Benodigdheden: paaltjes, een zaag, een stopwatch.
  5. Spijkerbroek hangen. Je moet zo lang mogelijk blijven hangen aan de pijpen van een spijkerbroek. Benodigdheden: een spijkerbroek, een klos touw, een stopwatch.
  6. Beschuitfluiten. Je moet een beschuit opeten, en zo snel mogelijk proberen te fluiten. Benodigdheden: beschuiten, een stopwatch.
  7. Spijkerpoepen. Er hangt een spijker aan een koordje aan je broek, en die moet je zo vaak mogelijk in 20 seconden in een fles mikken. Benodigdheden: een fles, een spijker aan een koord en riem, een stopwatch.
  8. Paalwerpen. Je moet een paaltje zover mogelijk weg werpen. Benodigdheden: een paaltje, een meetlint.
  9. Knopen leggen. Je moet zoveel mogelijk verschillende knopen leggen in 1 minuut, je mag er ook een paal bij gebruiken.
    Benodigdheden: touw, een pionierpaal, een stopwatch.
  10. Raadsels oplossen. Je moet zoveel mogelijk verschillende raadsels oplossen in 1 minuut. Benodigdheden: de lijst met raadsels van de rowan-express, een stopwatch.
  11. Water halen. Je moet zoveel mogelijk rondjes lopen om 2 pionnen (5 meter van elkaar af) met 2 volle jerrycans van 40 liter in 1 minuut. Benodigdheden: 2 pionnen, 2 jerrycans, stopwatch.
  12. Brancardrace. Zo snel mogelijk een parcours afleggen met een groepslid op een brancard. Benodigheden: pionnen, stopwatch en een in elkaar gepionierde brancard. (Groepjes maak je ter plekke met de drie eerste mensen in de rij. Iedereen krijgt dezelfde punten.)
  13. Bierkrattenrace. Je moet een bepaalde afstand afleggen in een zo kort mogelijke tijd door van het ene kratje op het andere te springen. Benodigdheden: bierkratjes, een stopwatch, meetlint.
  14. Zeeppaal klimmen. Je moet proberen zo hoog mogelijk te klimmen in een paal die is ingesmeerd met groene zeep. Benodigdheden: een pionierpaal, groene zeep, meetlint.
  15. Kogelstoten. Gooi een kogel (of zo) zover mogelijk. Benodigdheden: een kogel of zo, een meetlint.
  16. Biervilt-frisbee. Frisbee een bierviltje zo dicht mogelijk bij een doel. Benodigdheden: bierviltjes, een piketje, een meetlint.
  17. Smarties eten. Je moet in een halve minuut zoveel mogelijk smarties eten met chinese eetstokjes. Benodigdheden: Smarties, eetstokjes, een stopwatch
  18. Spekjes eten. Je moet in 10 seconden zoveel mogelijk spekjes in je mond stoppen. Benodigdheden: spekjes, een stopwatch.
  19. Donsveertje blazen. Op een hoogte van 2 meter wordt een donsveertje losgelaten. Je moet het donsveertje door het voor je uit te blazen zover mogelijk weg zien te krijgen. Benodigdheden: een paar lichte donsveertjes, een meetlint.
  20. Pingpongbal blazen. Je moet een pingpongbal voor je uit blazen door het gras. Je hebt 30 seconden om zo ver mogelijk te komen. Benodigdheden: een pingpongbal, meetlint.
  21. Eierrace. Je moet in een minuut zoveel mogelijk rondjes om 2 paaltjes (5 meter uit elkaar) afleggen terwijl je een lepel met een ei erop in je mond hebt, zonder het ei te laten vallen. Benodigdheden: een lepel, een paar eieren, een stopwatch.
  22. Ezeltje prik. Je moet geblindoekt vanuit een zittende positie met gestrekte arm je vinger op een scorebord prikken. Je vinger komt op een schaal terecht waarop je de punten kunt aflezen. Benodigdheden: een bord met schaalverdeling.
  23. Accu tillen. Je moet een accu horizontaal voor je laten hangen met gestrekte armen, zo lang mogelijk. Benodigheden: een accu, een stopwatch.
  24. Paal hangen. Je moet zo lang mogelijk aan een verticale paal hangen. Benodigdheden: een paaltje, touw.
  25. Armpje drukken. Je moet zo veel mogelijk massa ophijsen met je hand, alsof je normaal armpje drukt. Hoe meer gewicht hoe meer punten. Benodigheden: touw, een katrol, een statafel, gewichten.
  26. Bal balanceren. Je moet zo lang mogelijk een bal op je gezicht laten balanceren. Benodigdheden: bal, stopwatch
  27. Tijd inschatten. Er wordt een stopwatch gestart en je moet zo kort mogelijk voordat een hele minuut voorbij is de stopwatch laten stoppen zonder te zien hoever de stopwatch is. Als de minuut voorbij is voor je wat gezegd hebt krijg je geen punten. Benodigdheden: stopwatch.
  28. Opdrukken. Je moet je zo vaak mogelijk binnen een minuut opdrukken. Iedere 2 keer dat je je opdrukt is 1 punt. Benodigdheden: stopwatch.
  29. Boter, kaas en eieren. Je speelt een potje Boter, Kaas en Eieren met de scheidsrechter. Als je wint 10 punten, gelijk 5 punten en bij verlies 0. Benodigdheden: kladblok, extra pen.
  30. Twister. Je speelt een beurt Twister. Voor iedere volbrachte beweging ontvang je een punt. Benodigdheden: het spel Twister.
  31. Steltlopen. Je moet binnen een minuut zoveel mogelijk rondjes om 2 pionnen lopen op stelten. Benodigdheden: stelten, twee pionnen, stopwatch
  32. Zwarte Piet. Je krijgt een kaartje. Met dit kaartje kun je naar een ander spel gaan waar een ander bezig is. Wanneer je aan degene die bezig is met het spel de zwarte piet uitdeelt, ontvang je van de scheidsrechter van dat spel de punten die de ander heeft verdient. Deze persoon ontvangt zelf geen punten. Het kaartje lever je weer af bij de scheidsrechter van Zwarte piet. Benodigdheden: kaartjes.
  33. Kruiwagenrace. De eerste twee deelnemers in de rij vormen een paartje dat, achter de startlijn, een kruiwagen vormen: de ene speler gaat op zijn buik liggen en steunt op zijn handen, de andere tilt hem bij zijn voeten op. Vervolgens heeft het paartje een minuut de tijd om zoveel mogelijk rondjes om 2 paaltjes te maken. Benodigdheden: stopwatch.
  34. Blackjack. Je speelt een beurt BlackJack. Als je over de 21 punten komt ontvang je geen punten. Bij 21 krijg je 10 punten, bij 20, 9 punten enz.. Benodigdheden: een pak speelkaarten.
  35. Route technieken. Je moet door middel van verschillende routetechnieken op een stuk papier een tocht nalopen op kaart. Hoe ver kom je in een minuut? Benodigdheden: Tocht, Kaart.
  36. Geheimschrift ontcijferen. Hoeveel teksten kraak je in een minuut. A=b, B=c en alle varianten. Benodigdheden: Geheimschriftsleutel, tekst.
  37. Memory Regels? moet uitgeprobeerd worden.
  38. Wilde dieren herkennen Plaatjes van wilde dieren en dan zoveel mogelijk herkennen.
  39. Paalstaan hoelang blijf je op een rechtopstaand piketpaaltje staan
  40. Appelhappen. In een teil met water ligt een appel. De speler gaat voor de teil op zijn knieën zitten met zijn handen op zijn rug. Hoe lang duurt het voordat hij de appel uit het water heeft gehapt? Benodigdheden: Teil, Water, Een appel.
  41. kwallenspel. Op het strand (speelveld) liggen kwallen (waterbalonnen). De geblinddoekte speler moet proberen het strand over te steken zonder op een kwal te trappen. Elke geknalde kwal is een strafpunt. Benodigdheden: Waterbalonnen, Blinddoek, Water.
  42. Dribbelbal. Probeer zo lang mogelijk te dribbelen met twee ballen tegelijk. Je kan ook proberen een bepaalde afstand af te leggen, binnen een cirkel te blijven of een parcours te volbrengen. Het spel wordt helemaal moeilijk als de ballen niet even hard zijn opgepompt. Benodigdheden: Twee ballen.
  43. Krantenkoppen. Je verknipt een aantal krantekoppen. De speler probeert die weer samen te stellen. Voor elke juiste kop krijg je een punt. Benodigdheden: Kranten, Schaar.
  44. Kamerbasket. De basket is een emmer die aan een kant van de kamer op de vloer staat. De basketbal is een pittenzakje of een zacht balletje. De bedoeling is om in zo weinig mogelijk beurten 5 keer (of een ander aantal) het pittenzakje in de emmer te gooien. Benodigdheden: Een emmer, Pittenzakjes of zachte balletjes.
  45. Knopen rapen. Leg twee soorten knopen door elkaar op tafel, bijvoorbeeld 10 witten en 10 zwarte knopen. De speler neemt een rode knoop in zijn handen en gooit hem op. Zolang de knoop in de lucht is moet hij zoveel mogelijk witte knopen van tafel pakken. Hij moet natuurlijk de rode knoop wel weer vangen anders krijgt hij geen punten. Elke witte knoop die hij pakt levert een punt op. Pakt hij per ongeluk een zwarte dan kost dat twee strafpunten. Benodigdheden: Knopen in verschillende knopen.
  46. Spelend spellen. Je kiest een woord dat door de speler moet worden gespeld. Dat wil zeggen dat ze voor elke letter van het woord een beroep moeten noemen. Voor 'vogel' zou dat dus bijvoorbeeld veerman organist geluidsman enqueteur en lasser kunnen zijn. Je kunt dit natuurlijk ook spelen met plaatsnamen, jongensnamen, automerken enz. Zoveel mogelijk in 1 minuut. Benodigdheden: Geen.
  47. Halfspreekwoorden. Je noemt een half spreekwoord, als de speler de andere helft kan noemen krijgt hij een punt. Noem er zoveel mogelijk in een minuut. Benodigdheden: Geen.
  48. Woordbreien. Je kiest vijf willekeurige woorden uit de krant. De speler moet een zo kort mogelijke, kloppende zin maken waar die vijf woorden in voorkomen. Hoe minder woorden hoe meer punten je krijgt. Benodigdheden: Een krant, Pen en papier.
  49. Rijmkunst. Je noemt een woord en de speler moet zoveel mogelijk woorden noemen die hierop rijmen. Hoe meer woorden hoe meer punten. Benodigdheden: Geen.
  50. Woordbrug. Je geeft twee woorden. De speler probeert door steeds een letter te veranderen in het eerste woord in zo min mogelijk stappen naar het tweede woord te komen. Hoe minder stappen hoe meer punten. Voorbeeldje: koud kous koos rots rats raas waas wars warm. Benodigdheden: Pen en papier.
  51. Verstopte woorden. Je noemt een lang woord. De speler moet nu proberen met de letters van dat woord zoveel mogelijk andere woorden te maken. Hoe meer woorden, hoe meer punten. Benodigdheden: Pen en papier.
  52. Geluidenquiz. Neem van tevoren op een bandje op met een aantal geluidseffecten. In de bibliotheek hebben ze vaak wel cd's met deze effecten. De speler moet proberen te raden wat het geluid is dat hij hoort. Varieer een beetje in moeilijkheid, van bijvoorbeeld een blaffende hond tot de sonar van een onderzeeer. Een moeilijker variant is om de eerste maat/maten van een bekend muziekstuk te draaien en dan te moeten raden welk nummer het is. Hoe meer ze er raden, hoe meer punten ze hebben. Benodigdheden: Een bandje met geluidseffecten.
  53. Breinbreker. Je schrijft een woord van 4 letters op dat de speler moet raden door zelf een woord van 4 letters op te schrijven. Dan zeg je welke letters goed staan, en welke er wel in staan maar op de verkeerde plaats. En dan schrijft de speler een nieuw woord op.Hoe sneller je het woord raad, hoe meer punten je hebt. Benodigdheden: Pen met papier.
  54. Limbodansen. Je hangt een stok op. De speler moet door zijn knieen te buigen en achterover leunend onder de stok door lopen zonder deze aanraken. Hoe lager je komt, hoe meer punten. Benodigdheden: Stok, Iets om de stok aan op te hangen en hem te kunnen verstellen.
  55. Afkortingenquiz. Je noemt afkortingen en de speler moet ze verklaren. Hoe meer je er kunt verklaren, hoe meer punten je hebt. Benodigdheden: 50 afkortingen.