Toen het touw er goed om heen zat en stevig was vastgeknoopt met de mastworp (die we vorig jaar geleerd hadden) moest de fakkel in het kaarsenvet gedoopt worden. De leiding vertelde dat we dat deden zodat de fakkel goed en lang zou branden. We mochten om de beurt rustig naar de bak met gesmolten kaarsenvet lopen en de fakkel voorzichtig onder dompelen. Daarna lieten we het kaarsenvet even drogen en deden we het nog een keer. En nog een keer en nog een keer! Toen hebben we de fakkel weer laten drogen en moesten we alweer naar huis. Gelukkig heeft de leiding ons beloofd om de volgende opkomst direct met de fakkel te gaan lopen!
 |
Twee weken later (na de vakantie) was het dan zover. Na het openen had Moppie de fakkels al aangestoken en kregen we allemaal onze eigen fakkel. Omdat er een paar vriendinnetjes kwamen kijken heeft de leiding hun fakkel uitgeleend aan diegene die er geen hadden, lief he!? We gingen met zijn allen door het donkere bos, wat best wel eng was!
 |
Toen we een tijdje hadden gelopen (en sommige fakkels een keertje of twee, drie uit waren gegaan) kwamen we bij een post waar Knaagie stond met warme chocolademelk en wat lekkers. Na ons lekker opgewarmd te hebben liepen we weer terug naar de blokhut. Er was tijdens de tocht ook nog iemand komen kijken, namelijk Nicole. Zij wilde misschien wel kabouterleiding worden, maar dan moesten we wel lief zijn. Dat zijn wij, de kabouters, natuurlijk altijd!!!!! De week erna was ze er ook weer. En ze heeft gezegd dat ze wel leiding bij ons wil worden. We hebben direct een naam voor haar bedacht. Ze heet FILOEN en ze komt uit Filidam, een dorpje in Bambilie.
Welkom bij de kabouters Filoen!!!